Het werk van Paul Klee past in diverse stromingen (expressionisme, surrealisme, kubisme, abstractie).
De kinderen bespreken het doek en kiezen wat hier wel en niet bij past.
•Hij heeft een grote mond
•Zijn neus is precies even lang als zijn kin
•Hij heeft krullen
•Hij kan goed ruiken
•Hij is bang
•Zijn neus lijkt op een mes
•De ogen zijn blauw
•Hij ziet er brutaal uit
•Hij ziet er boos uit
•Hij heeft geen oren
•Zijn gezicht bestaat uit puzzelstukjes
•De kleuren zijn somber
•Ik zie alleen felle kleuren
De kinderen tekenen een gezicht van de zijkant, waarbij neus even ver uitsteekt als de kin. Ze tekenen twee ogen, verdelen het gezicht in vlakken, kleuren elk vak in met plakkaatverf en gebruiken hiervoor alleen mengkleuren, net als Paul Klee deed. Alleen de ogen mogen in de basiskleur blauw worden geschilderd.
Als het werk droog is omranden ze alle kleurvlakken met een zwart markeerstift. Dan knippen ze het werk uit en plakken het op een stuk behangpapier.
De moeilijker variant (om het gezicht te tekenen met slechts één lijn, dus zonder het potlood van het papier te halen) is wel nagestreefd maar bij niemand 100% gelukt.
Met dank aan TekenenEnZo.
Volg Mij !