In StoryWorld (het Nederlands stripmuseum in Groningen) kwam ik in de Spotlight-expositie in aanraking met het nieuwste werk van één van Nederlands bekendste graphic novel-auteurs Aimée de Jongh, getiteld “Dagen van zand” uit 2021. Ik was door alle research, teken- en verhaalkwaliteiten enorm onder de indruk en wilde het lezen. Maar zelfs mijn hoogste verwachtingen werden ruimschoots overtroffen. Schitterend, wat een pracht werk!
John, een jonge fotograaf, wordt in opdracht van de overheid naar Dust Bowl gestuurd. Dat is een groot gebied in de VS van de jaren dertig van de vorige eeuw, waar boerenfamilies geplaagd worden door verwoestende stormen van stof en zand. John heeft de opdracht om de dramatische leefomstandigheden van de bewoners vast te leggen. Pas als het John lukt om het vertrouwen van enkele bewoners te winnen, dringt het tot John door hoe erg de situatie is. Hij ontdekt dat hij de confrontatie met iets veel groters dan die zandstormen moet zoeken als hij wil slagen voor zijn opdracht.

Aimeé de Jongh levert een zogenaamde Graphic Novel af van bijna 300 pagina’s dik, die je als lezer tot het eind blijft boeien. Het lijvig boek is prachtig ingebonden met een mooie kaft. Het werk is momenteel een enorme hit in Frankrijk (hét land van de strips). Gelukkig krijgt het boek ook in Nederland de verdiende aandacht. De tekeningen zijn krachtig, gevoelig, sfeervol en gekleurd vanuit een warm en beperkt kleurenpalet. De zachte, zorgvuldige manier van inkleuren laat de fraaie tekeningen nog beter uitkomen. Twee van de drie vorige graphic novels van Aimée (‘De terugkeer van de wespendief’ en ‘Taxi’) zijn juist ongekleurd. Haar personages hebben karakter en diepgang. Het verhaal is aangrijpend. Aimée heeft zich laten inspireren door foto’s uit die tijd. Elk hoofdstuk begint met zo’n foto. Het is duidelijk dat het niet uitsluitend een verzonnen verhaal is. Het verhaal is gebaseerd op waargebeurde feiten, terwijl de personages fictief zijn; non-fictie en fictie worden hier mooi verweven. Het boek komt boven de gemiddelde auteursstrip uit door Aimée’s creatieve invulling aan prachtige (symbolische) beelden.
Het boek toont een mooi stuk geschiedenis. Toch is het absoluut geen documentaire. Het vertelt dat door aanhoudende droogte en verkeerd gebruik van bouwland, delen van Kansas, Texas, New Mexico, Colorado en Oklahoma zo goed als onbewoonbaar zijn geworden. Veel inwoners vluchten weg, wie achterblijft levert een dagelijks gevecht tegen stof, zand en de dood.
Het verhaal gaat over het lot van de inwoners van The panhandle (de pannensteel Oklahoma; het zwaarst getroffen Dust bowl-gebied). En met de klimaatproblematiek is er een actueel thema aangeboord. Is het immers niet de mens zelf geweest die de oorzaak van dit alles is. Toch wordt dit nergens te zwaar aangezet.

Het gaat ook over de moeilijkheden die fotograaf John Clark ervaart. Zo is het fotograferen van de slachtoffers van de zand- en stofstormen nog niet zo eenvoudig. Als hij het fototoestel thuislaat, krijgt hij de echt schrijnende verhalen te horen. Dan vraagt John zich af of hij al deze ellende wel echt wil vastleggen. Het is ongelooflijk knap hoe De Jongh de gedachtewereld van John verbeeldt, maar ook de wereld waarin hij zich bevindt. De wanhoop en desolaatheid van het gebied… Je proeft het stof bijna zelf. Je kunt je levendig voorstellen hoe moeilijk het moet zijn geweest voor de mensen die er woonden en je zult je verwonderen over hun veerkracht. Prachtig hoe al die beelden je dit verhaal vertellen. Vanaf de eerste bladzijden kruipt dit verhaal al onder je huid.
Wat is een graphic novel precies?
Allereerst is het een Engels woord, dat je vertaalt naar: Grafische Roman. Het woord Novel kan dus misleidend zijn, want een Novelle is een prozaverhaal van beperkte omvang. En dat is een graphic novel dus niet. Dat is juist wel een samenhangend prozaverhaal van boeklengte over de handelingen en persoonlijkheidsontwikkeling van een of meer personages, meestal in relatie met hun milieu (een roman dus). Romans zijn overwegend van fictionele aard.
Een graphic novel wordt ook wel het literaire stripboek, de striproman of beeldroman genoemd. Het is de benaming voor stripverhalen met het karakter van een roman. Een graphic novel onderscheidt zich van het klassieke stripalbum door een veelal literaire inslag met uitgebreide en ingewikkelde verhaallijnen. De kracht van een goede graphic novel zit hem in het omarmen, verdiepen, versterken en provoceren van tekst en tekeningen.
Hoewel een verstripte literaire roman (zoals Dick Matena’s ‘De Avonden’ van Gerard Reve, ‘Kort Amerikaans’ van Jan Wolkers of ‘Kaas’ van Willem Elsschot) misschien aan bovenstaande eisen voldoet, wordt dit niet door iedereen overtuigend een graphic novel genoemd. Het is namelijk in eerste instantie gewoon een leesboek.

Enkel veel genoemde kenmerken.
De aanwezige tekst moet wel op niveau zijn; onderscheidend en aanvullend. (Dus niet herhalen wat je al ziet; “Help, ik val!”) De zinnen mogen daarbij ‘lekker smaken’. Ook de tekeningen moeten goed in elkaar zitten. Ze moeten mooi zijn, fijn om naar te kijken en veel vertellen. Misschien zelfs uitnodigen om te onderzoeken. Het is fijn als je er langer naar kunt blijven kijken, er veel te zien en te beleven is. Ook het verhaal moet goed verteld worden. Het moet je iets geven om over na te denken. Zo kun je met één enkel plaatje van een kus laten zien dat een stelletje vrijt. Maar bij een Graphic Novel kan dit rustig een pagina met 8 afbeeldingen beslaan. Geen tekst, alleen maar dat zoenende koppel. En dan staan de plaatjes vaak ook nog eens heel creatief en origineel op de pagina. Het literaire aan een graphic novel vind je bijvoorbeeld terug in de gebruikte beeldspraak (zowel in taal als tekening). Zo kan een inktvis aangeven dat een persoon aan meer dingen tegelijk bezig kan zijn; creatief is. Zo kan een zandstorm aangeven dat zaken onduidelijk zijn). Het verhaal moet meerdere verhaallijnen en lagen bezitten en absoluut niet te kort zijn.
Het kinderboek “Dagboek van een Loser” wordt soms ook een graphic novel genoemd. Ik ril daar een beetje van. Het is dan wel een verhaal (novel) met plaatjes (graphic), maar het verhaal (en het taalgebruik) is niet echt literair te noemen en de plaatjes zijn juist uiterst simpel.
Dat dit soort Loser-boeken het goed doen bij kinderen is prima. Dat kinderen die nooit lezen nu eindelijk aan lezen toekomen is alleen maar goed. Maar daarom mag je ze nog niet onder graphic novel plaatsen. Je moet echt wel een ervaren lezer zijn om serieus van graphic novel te kunnen genieten. De Loser-boeken (en dus ook Dagboek van een Muts, Silvester, Tom Groot, Flip Fiasco, Max Kruimel, De waanzinnige boomhut en Kapitein Onderbroek) zijn eerder een opstapje tot het gaan lezen van serieuze boeken.
Volg Mij !